SV | Maar zo in de kaalheid, of in de blesse, een witte roodachtige plaag is, dat is melaatsheid, uitbottende in zijn kaalheid, of in zijn blesse. |
WLC | וְכִֽי־יִהְיֶ֤ה בַקָּרַ֙חַת֙ אֹ֣ו בַגַּבַּ֔חַת נֶ֖גַע לָבָ֣ן אֲדַמְדָּ֑ם צָרַ֤עַת פֹּרַ֙חַת֙ הִ֔וא בְּקָרַחְתֹּ֖ו אֹ֥ו בְגַבַּחְתֹּֽו׃ |
Trans. | wəḵî-yihəyeh ḇaqqāraḥaṯ ’wō ḇagabaḥaṯ neḡa‘ lāḇān ’ăḏamədām ṣāra‘aṯ pōraḥaṯ hiw’ bəqāraḥətwō ’wō ḇəḡabaḥətwō: |
Maar zo in de kaalheid, of in de blesse, een witte roodachtige plaag is, dat is melaatsheid, uitbottende in zijn kaalheid, of in zijn blesse.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar zo in de kaalheid, of in de blesse, een witte roodachtige plaag is, dat is melaatsheid, uitbottende in zijn kaalheid, of in zijn blesse.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!